zondag 28 juni 2015

Dichtersbankje | Hans Mellendijk

Foto: © Peter Bevers | Fluisterbank | Westergasfabriek | Amsterdam

Uit de collectie Mellendijk (keuze dichter en gedicht) voorraad Mannen van Bevers: Hans Mellendijk>

Fluusterdingen | Loofgangen | Groningen

Fluusterdingen


’n Zucht tussen de boomkozienen.

'n Stoet gedempte fluusteringen,
Ónafwendbaor.

’n Vlucht schoolherinneringen,
Pas op, i’j daor!

'n School opgeviste dingen,
Ónbedaorbaor.

'n Zwarm vluchtige vraogen,
Jao èh nea maor, …

'n Dróm vraogteikens te raoden,
Ónafzienbaor.

’n Ri’j dansbaore stemmen, mien kind,
Lispelt fluusterzingend in de wind.

Óngenaakbaor,
Siesterend en huppelklaor,
Ónnaovolgbaor.

’n Trop stoeten vól met rozienen.

Hans Mellendijk

woensdag 24 juni 2015

Dichtersbankje | Henk Krosenbrink

Foto: © Hans Mellendijk | Landgoed Kemnade | Wijnbergen

Uit de collectie Mellendijk (keuze dichter en gedicht) voorraad Mellendijk: Henk Krosenbrink>

Harfst


Laot mi’j nog ene maol
den warmen wien
van owwe jonkheid drinken
en gao dan hen.
Ik zal dan zitten
bi’j ’t läöge glas
en zeen hoo olde beume
zich ontbladert.
Ne spinnekop mek dräö  mi’j
tussen hand en glas
waoran de träöne dauw
straks wadert.
Vaor mi’j nog eenmaol zat
van owwen wien
en gao.
Maor kiek neet umme
hoo ik stao
en nevel um mien heufd
zich wasemt.


Weer september | Beltman-podium | Ulft | AST 4-8-2013

maandag 22 juni 2015

Dichtersbankje | Barthold Hendrik Lulofs

Foto: © Peter Bevers | Parc Columbus | Huelva | Spanje

Uit de collectie Mellendijk (keuze dichter en gedicht) voorraad Mannen van Bevers: Barthold Hendrik Lulofs>

Columbus, bij het eerste gezicht van Amerika

Zijt, zijt gegroet, ô zaalge velden,
Door 't jeugdig morgenlicht bestraald!
Gij bossen, bergen, beken, beemden,
Waar langs mijn blik, als dronken, dwaalt!
ô Groot, ô nameloos verrukken,
Dat in mijne aadren bruist en gloeit!
O, 't zal mij eindlijk dan gelukken,
'k Zal eindlijk dan de bodem drukken,
Die heel mijn ziel en zinnen boeit!

Heb dank, heb dank, ô eeuwig Wezen,
Wiens oog het gans Heelal doorziet!
Dan ach! mijn tong moog klanken staamlen,
Naar waarde danken kan ze U niet.
Gij, die in mijne borst dat smachten
Naar 't verre strand ontvlammen deed,
Gij gaf mij moed, geduld en krachten,
Der dwaze schimptaal te verachten,
Hoezeer hun spot mij 't hart doorsneed.

Naar 't Westen, Westen heengestevend!
(Dus klonk uw stem in mijn gevoel)
Naar 't Westen, Westen volgehouden;
Daar ligt het groots, het heerlijk doel!
Houd moed, hoe lang ook niets dan baren
En lucht u blauwen voor 't gezicht,
Wat waterplas ge ook mocht bevaren,
En ge echter steeds met vruchtloos staren
De blik naar 't Westen houdt gericht.

Ik hield die moed, - U, U zij de ere! -
Hoe vaak op nieuw het zonlicht scheen,
Sinds 't machtig Spanje aan Palos stranden
In 't wijkend vergezicht verdween;
Hoe afgemat mijn blik ook dwaalde
Aan 't eind der wester hemeltrans;
Maar ach! 't zij Hesper vriendlijk straalde,
't Zij 't morgenrood in 't Oosten praalde,
Slechts golven blonken in hun glans.

Doch toen het dondrend oproerkraaien
Der scheepsliên mij in de oren klonk,
Als hun, bij 't vruchtloos voorwaarts streven,
Geen enkle straal van hoop meer blonk;
Toen rampen zich op rampen tastten,
Toen 't schimpend rot zich in mijn schand',
In mijn verguizing zou vergasten,
Toen, toen klonk uit de top der masten
De vreugdekreet: ‘het land! het land!’

ô Gij, uw groenend hoofd verheffend
Uit zilvren baren, heerlijk land!
Ras zullen Genuas banieren
In 't koeltje wappren van uw strand!
Maar neen! - in mijner Vadren streken
Werd ik met hoon en spot belaan;
Toen 'k daar van wisse hoop dorst spreken,
Daar hulp en bijstand af wou smeken,
Zag elk mij als een' dromer aan.

En ginds, waar Lisbons Koningswallen
Zich spieglen in de trotse vloed,
Die door het goud van zijne zanden
Zijn spattend zilver bruisen doet;
Daar..... 'k mocht er 's Vorsten zetel nadren,
Men hoorde mij doorslepen uit,
Doch zond - ô schelmstuk van verradren!
Nog kookt mij 't ziedend bloed in de aadren -
Een' lafaard naar de verre buit.

Moog Spanje dan de vruchten oogsten,
Door 't wester aardrijk voortgebracht,
Door Genuas en Lisbons heersers,
Als hersenschimmen, dwaas belacht!
Moog dan Castielje lauwren plukken!
Komt, broeders, riemen in het zout!
O! 'k smacht naar 't bovenaards verrukken,
Die grond, die heilge grond te drukken,
Die thans Euroop door mij aanschouwt.

Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1813
schrijver

vrijdag 19 juni 2015

Dichtersbankje | Wim van Til

Foto: © Bert Bevers | Crematorium Chrysant Wilrijk 

Uit de collectie Mellendijk (keuze dichter en gedicht) vorraad Mannen van Bevers: Wim van Til>


tien over rood



leeg is het laken tot de schrijver deelt, spat
inkt van wit naar wit, zeemeeuw ben je, merel


met de kers en leeuwerik – ochtendzang
bindt bed, paart pen aan water 


wim van til (sirenengang sirenenzang)

dinsdag 16 juni 2015

Dichtersbankje | Louis Radstaak

Foto: © Louis Radstaak | Exel 


Uit de collectie Mellendijk (keuze dichter en gedicht): voorraad Radstaak: Louis Radstaak


Dichtersbankje

het bankje dat wij hier zien is
van de boerenhand die bouwt.

wij bekijken een dik zitvlak
met eruit stekende boutkoppen
die zeer doen bij het pauzeren.

het tafeltje is bevestigd met een 
groene steun, eveneens vastgebout
door middel van een ringsleutel M14.

onder het zitvlak liggen twee 'ophogers'
gemaakt van nieuwe dennen, hier zijn zij
met schuine kanten aan de kop, op dat men 
zich geen pijn doet aan een scherpe rand.

het uitzicht is twijfelachtig:
vóór kijkt men uit over een saai grasland
achter groeit het dichter met een maïsveld.


het is alleen geschikt voor dichters.


© Louis Radstaak

zaterdag 13 juni 2015

Dichtersbankje | Maram al Masri


Foto: © Peter Bevers | Alhambra | Granada | Spanje 

Uit de collectie Mellendijk (keuze dichter en gedicht) voorraad Mannen van Bevers: Maram al Masri>

Maram al Masri:
Hoe kan een gedicht
je stenen vatten in woorden
je kleuren beschrijven met letters
en je stilte meten met punten en komma’s?
….
Hoeveel bloed is opgedroogd op je grond?
Hoeveel tranen zijn er uit opgeschoten als bloemen?
Hoeveel sinaasbomen prezen je schoonheid?
Hoeveel moewashasa’s zongen je glorie?
Hoeveel wingerds,
Hoeveel blaren,
Hoeveel kussen?
Het Alhambra slaapt nooit
haar ogen staren wijd open
naar de wind en de maan.
Zij praat met de hemel, speelt met de sterren,
vraagt de Slaap die haar verlaat;
Keer terug…

woensdag 10 juni 2015

Dichtersbankje | Coos Neetebeem

Foto: © Hans Mellendijk | Landgoed Hackfort | Vorden



Uit de collectie Mellendijk (keuze dichter en gedicht) voorraad Mellendijk: Coos Neetebeem>

Sikkels blinken

Sikkels blinken
Ruisend valt het graan
Als je iemand weg ziet hinken
Heeft hij `t fout gedaan



zondag 7 juni 2015

Dichtersbankje | Hans Mellendijk

Foto:  © Peter Bevers | Jerez de la Frontera | kathedraal | Andalusië


Uit de collectie Mellendijk (keuze dichter en gedicht) voorraad Mannen van Bevers: Hans Mellendijk>


SPAGHETTIWESTERN


Bedachtzaam van onder vilten cowboyhoed aan rietje lurkend
in zijn mond verdwijnend zie ik uit een grijze andere blikken trommel
zijn pasta gehusseld. Rood en glad. De dikke slierten slurpend.
Paardenhoofdenkarkassen gevuld met vette paling en zeewierrommel.

Of was het, het paardenhoofd in maffiasnest gesmeten?
Dan rent hij weg naar kraan en drinkt dringend een slok water.
Het normen- en waardenhoofd iets gemist, iets niet geweten?

Mijn oogappel uit gezichtsveld speelt weer verder.
Pief, paf, poef! Pak die boef! Pak die boef! Pief, paf, poef!
Stuurt zijn held prairie over, over het beeldscherm.

Wat was er? Je verslikt? Was je bijna gestikt?

Maal een schuldig landschap, het slachtveld
van gehakt en rode tomaten.

Spaghettiwestern op de Wii.

Hans Mellendijk

donderdag 4 juni 2015

Dichtersbankje | Hans Warren

Foto: © Peter Bevers | Zeedijk | Baarland | De Landing

Uit de collectie Mellendijk (keuze dichter en gedicht): voorraad Mannen van Bevers: Hans Warren>

THUISKEER IN ZEELAND


Hart van mijn land ik ben terug
in 't waaien van uw volle zomer,
lig lui en languit op mijn rug,
weer thuis en nog dezelfde dromer

Ver als de blik gaat, ver als wolken
ruisen de popels ijl en licht;
als water koeren duiven onder
het bloesemdek van uw gezicht.

Ik ben terug, ik lig te rusten
in 't bruidsbed van uw welig kruid
en luister: nooit was ik bewuster
van onze eenheid van geluid.

't Vernis van licht om alle halmen,
het boomscherm dat de einder sluit,
de klokken, wier verwaaiend galmen
tegen de zilte hemel stuit -

klank, geur en kleur, zinlijk herkennen:
de karper op de waterplas,
het hooi, zingende zeeuwse stemmen,
de zoete bonen, 't prille vlas -

Ik lig, ik ben terug, ik droom
uw dromen in een blijde schemer;
ik werd weer kind, ik werd een boom,
een plant, een lied, een stukje hemel.



Hans Warren, Verzamelde Gedichten. 

(Amsterdam: Bert Bakker, 2002)