donderdag 28 december 2017

Dichtersbankje | Cornelis Vreeswijk

Foto: © Bert Bevers | Kammenstraat, Antwerpen

Uit de collectie Mellendijk (keuze tekstschrijver en vers) voorraad Mannen van Bevers: Cornelis Vreeswijk>




Blues voor Jacques Brel

Roestige stegen, daken vol roet
Parende honden, zuipen en bloed
Om vis wordt door vrouwen gestreden
Gegil, schel en hoog
En Paul gelukzalig in slaap is gegleden
Z’n kop tegen ’t glas, aan de toog
En in Antwerpen klinkt er een trekzak
die speelt
Een lied, een chanson
Over hem, over hem, alleen hem
en vele miljoenen meer
Hij is als een draaitol die draait en dan stopt
En daarna beweegt-ie nooit meer
De rails zijn kapot, een trom die toch rijdt
Zwarte ruïnes uit diepzwarte tijd
Ik sluit mijn ogen en hoor op de straat
Een ritmisch kabaal
En ik zie een verkoolde prent, een soldaat
Verdronken in ijskoud staal
En in Antwerpen klinkt er een trekszak die
speelt
Een lied, een schanson
Over hem, over hem, alleen hem
En vele miljoenen meer
Hij is als een draaitol die draait en dan stopt
En daarna beweegt-ie nooit meer
Mooie Minouschka, Katendrechts kat
Jenever, jenever, en iedereen zat
Het ruikt naar frituur en naar rozen
Van Rue de Becq
En in steegjes vliegen de slipjes van hoeren
Van waslijnen over het hek
En in Antwerpen klinkt er een trekzak die
speelt
Een lied, een chanson
Over hem, over hem, alleen hem
En vele miljoenen meer
Hij is als een draaitol die draait en dan stopt
En daarna beweegt-ie nooit meer
Hier in mijn Antwerp, zwerf ik en biets
Denk: niets is alles en alles is niets
Verdwenen de accordeonist
Die nooit werd beloond
Verdwenen de zwerfster die nooit werd gemist
En nooit ergens heeft gewoond
En in Antwerpen klinkt er een trekzak die
speelt
Een lied, een chanson
Om haar, om haar, alleen haar
En vele miljoenen meer
Zij is als een draaitol die draait en dan stopt
En daarna beweegt ze nooit meer



maandag 25 december 2017

Dichtersbankje | Bruce Springsteen

Foto: © Bert Bevers | Rivierenhof | Deurne

Uit de collectie Mellendijk (keuze tekstschrijver en song) voorraad Mannen van BeversBruce Springsteen>






donderdag 21 december 2017

Dichtersbankje | Herman Gorter



Foto: © Bert Bevers | Frankrijklei | Antwerpen


Uit de collectie Mellendijk (keuze dichter en gedicht) voorraad Mannen van Bevers: Herman Gorter>

Weet iemand wat op aard het schoonste is,
Het allerschoonste? welks gelijkenis
Hij ziet in alles wat hem vreugde geeft?
Waarom hij lief heeft wat rondom hem leeft?
Waarom diè rijkdom en diè een vrouw
En één zichzelf, hoewel ze allen nauw
Weten dat ze iets zoeken dan een woord
Alleen? Weet iemand dit? Wel hoort.
Het is waarom het kuiken zoekt de hen,
Het kind de moederborst, waarom ik ben
Bang voor den winter en den herfst, den nacht
Van 't jaar - waarom een jong kind niet de pracht
Der sterren liefheeft, wel een vlam en vuur
Van een wit kaarsje - met een klaar getuur
Ligt hij op 't kussen wakker, lang en met
Zijn oogen volgt hij 't waaiend flikkren, het
Vlammetje brandt nog in zijn droomen voort.
Het is waarom zang en muziek bekoort,
Maar marmer mij verschrikt en witte kleur,
Ik roode rozen liefheb en den geur
Van blinkend fruit en verf van donzig ooft.
Het is waarom een meisje een man belooft
Te stoven in haar armen en verlangt
Naar 't warme mooie huw'lijksuur, ze dankt
Hem voor zijn liefde, of hij anders kon.
Het is vuur, de warmte, 't is de zon.


© Herman Gorter | fragment Mei | boek 1>

maandag 18 december 2017

Dichtersbankje | Sebastiaan Roes

Foto: © Bernhard Harfsterkamp | Hemmink | Miste 

Uit de collectie Mellendijk (keuze dichter en gedicht): voorraad Bernhard Harfsterkamp: Sebastiaan Roes>

Der Untergang des Abendlandes

't Geet met Hemmink,
Esselink en Hesselink
as met de olde spraoke:

't gebont dat kraakt,
't dak dat lekt,
de pöste bunt varveloos...

En de roetn knapt kapot.

@Sebastiaan Roes | Arfgood | verzamelde gedichten | Fagus | 2009

vrijdag 15 december 2017

Dichtersbankje | Jacques Brel | Ernst van Altena

Foto: © Bert Bevers | Beggaardenstraat | Antwerpen
Uit de collectie Mellendijk (keuze tekstschrijver en lied): voorraad Mannen van BeversJacques Brel | Ernst van Altena 
De Stier
Ach, de stier verveelt zich zo op zondag
Als hij moet rennen tot ons vermaak
Nee, voor de stier is de zondag meer een óndag
Van zon en bloed, van zand en doodsoorzaak
En alle krentenwegers voelen zich een Don Juan
En alle kostschoolmeisjes dromen van een
      Spaanse man…
Oh!
Wie weet waaraan de stieren denken
Als ze draaien, dansen, zwenken
Zo naakt, zo weerloos, zo melancholiek?
Oh!
Wie weet waarvan de stieren dromen
Opeens oog in oog gekomen
Met alle horendragers in ’t publiek?
Ach, de stier verveelt zich zo op zondag
Als hij moet sterven tot ons vermaak…
De laatste dag dat hij nog in de zon mag:
Daar zijn de picadores… met hun laffe taak!
En alle krentenwegers voelen zich García Lorca
En alle kostschoolmeisjes doen la Carmencita na!
Ach, de stier verveelt zich zo op zondag
Als hij moet sterven tot ons vermaak…
Daar komt de matador, het zwaard al in de aanslag
Daar suist het neer, ’t publiek schreeuwt juichend
      ‘RAAK’
In dat triomfmoment voelen de krentenwegers zich als
      Napoleon!
En alle kostschoolmeisjes voelen zich opeens
      Madame de Maintenon…
Oh!
Zou soms de stier als hij de geest geeft
Dromen wat hij straks voor feest heeft
Als in de de hel de MENS brandt zonder pardon
Oh!
Of zou hij ons in ’t stervensuur
vergeven? Denkend aan het vuur
van Carthago, Waterloo, Verdun, Stalingrad
Hiroshima, Bangladesj, Sinaï, Saigon!

Les toros
Les toros s’ennuient le dimanche
Quand il s’agit de courir pour nous
Un peu de sable du soleil et des planches
Un peu de sang pour faire un peu de boue
C’est l’heure où les épiciers se prennent pour Don Juan
C’est l’heure où les Anglaises se prennent pour Montherlant
Ah!
Qui nous dira à quoi ça pense
Un toro qui tourne et danse
Et s’aperçoit soudain qu’il est tout nu
Ah!
Qui nous dira à quoi ça rêve
Un toro dont l’œil se lève
Et qui découvre les cornes des cocus
Les toros s’ennuient le dimanche
Quand il s’agit de souffrir pour nous
Voici les picadors et la foule se venge
Voici les toreros et la foule est à genoux
C’est l’heure où les épiciers se prennent pour Garcia Lorca
C’est l’heure où les Anglaises se prennent pour la Carmencita
Les toros s’ennuient le dimanche
Quand il s’agit de mourir pour nous
Mais l’épée va plonger et la foule se penche
Mais l’épée a plongé et la foule est debout
C’est l’instant de triomphe où les épiciers se prennent pour Néron
C’est l’instant de triomphe où les Anglaises se prennent pour Wellington
Ah!
Est-ce qu’en tombant à terre
Les toros rêvent d’un enfer
Où brûleraient hommes et toreros défunts
Ah!
Ou bien à l’heure du trépas
Ne nous pardonneraient-ils pas
En pensant à Carthage Waterloo et Verdun
Verdun

©Jacques Brel | ©Ernst van Altena
Bron: Pluche, de mooiste liedteksten/Nijgh & Van Ditmar. 

dinsdag 12 december 2017

Dichtersbankje | Guillaume Apollinaire

Foto: © Peter Bevers | Bajo de San Jacinto | Lanzarote

Uit de collectie Mellendijk (keuze dichter en gedicht) voorraad Mannen van Bevers: Guillaume Apollinaire>

Vertaling: © Kiki Coumans | met dank aan Maarten Buser

zaterdag 9 december 2017

Dichtersbankje | Tonnus Oosterhoff

Foto:  © Peter Bevers | Yaiza | Lanzarote

Uit de collectie Mellendijk (keuze dichter en gedicht): voorraad Mannen van Bevers: Tonnus Oosterhoff>

water 



Het water begon zich te schamen
voor wat het was en altijd gedaan had
. Namens iedereen kwam een vis aan land
om een regeling te treffen.
De vis rechtte zijn rug:
"Mensen: drie wensen."



Het strand was leeg, alleen de schelpen
hadden de vorm van mutsen met oren eronder.
Het uitgekookte dier moest zijn lachen inhouden.



Ik kan beloven wat ik wil, dacht het.
Dit kost me geen stuiver. De geschiedenis is ja nog niet begonnen.
Ik moest maar eens gaan teruglopen door de branding.



Of zal ik hier nog wat blijven? Droog ben ik nu toch.
Het is wel heerlijk, die zeewind.

©Tonnus Oosterhoff


donderdag 7 december 2017

Dichtersbankje | Jan Jacob Slauerhoff

Foto: © Peter Bevers | El Golfo | Lanzarote

Uit de collectie Mellendijk (keuze dichter en gedicht) voorraad Mannen van Bevers: Jan Jacob Slauerhoff>

Zeekoorts

Ik moet weer op zee gaan, een goed schip en in 't verschiet
Een ster om op aan te sturen, anders verlang ik niet.
Het rukken van 't wiel, 't gekraak van het hout, het zeil ertegen,
Als de dag aanbreekt over grauwe zee, door een mist van regen.

Want de roep van de rollende branding, brekende op de kust,
Dreunt diep in het land in mijn oren en laat mij nergens rust,
't Is stil hier, 'k verlang een stormdag, met witte jagende wolken
En hoogopspattend schuim en meeuwen om kronk'lende kolken.

Ik ben een gedoemde zwerver, waar moet ik anders heen?
Maar gelaten door de wind gaan, weg uit de stad van steen.
Geen vrouw, geen haard verwacht mij. Ik blijf ook liever zonder.
'k Heb genoeg aan een pijp op wacht en een glas in 't vooronder.



maandag 4 december 2017

Dichtersbankje | Frank van Pamelen

Foto: © FRAN/CK | Thuissituatie | Bergen op Zoom

Uit de collectie Mellendijk (keuze dichter en gedicht) vooraad FRAN/CK: Frank van Pamelen>


Ikea
Bonde, Balder, Björken, Billy, Gunntorp, Ribba. Dokument,
Tjabba, Jutta, Mäkta, Nyland, Prägel, Dirigent,
Fjeldal. Knut, Rektangel, Stave, Lagfors, Leksvik, Lillberg,
Lack, Klyka, Klitten, Klubbo, Klave, Klappa, Klippa, Klunsa,
Klack, Arstid, Öresund, Jakt, Jekke, Dalby, Wicke, Reba,
Läns, Flimrick, Flatdal, Flöte, Flekke, Flit, Flax, Fluffig,
Flygge, Fläns.
(Dit sonnet is nog niet klaar. Zet het zelf maar in elkaar.)
© F. van Pamelen, Nijgh & Van Ditmar, 2008

vrijdag 1 december 2017

Dichtersbankje | F. van Dixhoorn

Foto: © Bert Bevers | Runcvoortpark | Merksem

Uit de collectie Mellendijk (keuze dichter en gedichten) voorraad Mannen van Bevers: F. van Dixhoorn>