donderdag 30 april 2020

Dichtersbankje | K.Schippers


Uit de collectie Mellendijk (keuze dichter en gedicht): voorraad Mellendijk: K. Schippers⇲


1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
55 = 10 = 1
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
155 = 11 = 2



[…]

zondag 26 april 2020

Dichtersbankje | Lucebert

 Erve Rexwinkel | Wissinklaan | Sinderen 

Foto's: © Hans Mellendijk

Uit de collectie Mellendijk: keuze dichter en gedicht voorraad Mellendijk: Lucebert⇲

NU GAAN WIJ ALS BOMEN LUCHTEN

nu gaan wij als bomen luchten
verdelen en veel vogels
kweken in onze matrose
bloesems


Lucebert ⇲

maandag 20 april 2020

Dichtersbankje | Alan Alexander Milne

 Foto: © Hans Mellendijk | Koffieboerderij Groot Nibbelink | Idinkweg | Sinderen

Uit de collectie Mellendijk (keuze auteur en fragment) voorraad Mellendijk:  Alan Alexander Milne⇲ 



'Today was a Difficult Day," said Pooh.

There was a pause.

"Do you want to talk about it?" asked Piglet.

"No," said Pooh after a bit. "No, I don't think I do."

"That's okay," said Piglet, and he came and sat beside his friend.

"What are you doing?" asked Pooh.

"Nothing, really," said Piglet. "Only, I know what Difficult Days are like. I quite often don't feel like talking about it on my Difficult Days either.

"But goodness," continued Piglet, "Difficult Days are so much easier when you know you've got someone there for you. And I'll always be here for you, Pooh."

And as Pooh sat there, working through in his head his Difficult Day, while the solid, reliable Piglet sat next to him quietly, swinging his little legs...he thought that his best friend had never been more right."
A.A. Milne

Sending thoughts to those having a Difficult Day today and hope you have your own Piglet to sit beside you






woensdag 15 april 2020

Dichtersstoeltjes | Louis Radstaak en Hans Mellendijk

Foto: Margót Veldhuizen |  'stievelpaden' | Twekkelo⇲ | Enschede

Uit de collectie Mellendijk (keuze dichters en gedichten) voorraad Mellendijk: Louis Radstaak⇲ en Hans Mellendijk⇲

TOTE Maritime

tijdens een vliegtocht
werd hij opgescheept met
een tamelijk dood lichaam

het was geschikt om te stoppen
in een torpedovormige cilinder
die via een luik geloosd kon worden

het lichaam leek stijf maar
bewoog toch nog een beetje
het leek op zijn kat Hans

of was dat het lichaam van
Robert Allen Zimmermann
geboren in 1941 te Duluth

bij het loslaten van de cilinder leek
hij recht af te gaan op de vrachtboot
met het opschrift TOTE Maritime

het gebeurde boven de Oostzee
vlak voor de grillige Zweedse kust
de psychiater woog de tekst, zei tot hem:
"Oh, it was a bad dream, and I said that"




CRAMBE MARITIMA

Louis, louie,

Ik zag net in het huisje 'Zeekool'
op het vakantiepark Tjermelân
tussen Formerum en Oosterend 

op het waddeneiland Terschelling

op de televisie
op de Eén
in een Vlaams
nieuwsprogramma

een ik meende
te horen Australische motorrijder
Robbie Maddison genaamd 
surfend over hoge golven

en zag beelden daarbij 
en zag jouw tekening
naar Maarten Biesheuvel's
verhaal 'Brommer op Zee'.

Het moet niet gekker worden.

Of heet dat nu verbeelding?


Ha die Hans,

Neen, het is geen verbeelding, 

de brommer reed echt door 
de schuimende 'Zeekool' van Tahiti 
en liet een diep spoor na ...

Het fenomeen wordt nu onderzocht door
Het instituut Praktische Poëzie
met dezelfde boot die nu speurt 

naar de MH 370 

in die onmetelijke oceaan.





maandag 6 april 2020

Dichtersbankje | Theodore Roethke | P. B. Kempe

Foto: © Hans Mellendijk | Landgoed Enghuizen | Hummelo

Uit de collectie Mellendijk (keuze dichter en gedicht) voorraad Mellendijk: Theodore Roethke⇲ Pieter Bas Kempe⇲

In donk're tijd

In donk’re tijd herwint het oog zijn blik.
Mijn schim doemt op uit schaduw die verzwaart;
Ik hoor mijn galm die door het galmwoud waart -
Een heer der schepping die tot bomen snikt.
Ik leef met reiger, winterkoning saam,
Raak heuvelbeesten, holenslangen aan.

Waanzin is louter zielenadel bij
Een slecht gesternte. Zie, daar brandt de dag!
Mijn schim is aan een muur geklemd op slag,
De klaarste klare wanhoop komt tot mij.
Die plek daar bij de rots - een grot, een wand,
Een kronkelpad? Ik heb alleen de rand.

Een samenhangenwervelwind raast voort!
Van vogels golft de nacht, de maan is vuil,
De noen zich plots voor middernacht verschuilt!
Een mens dringt hevig wringend tot zich door:
Het ik sterft in een tranenloze nacht,
De aarde baadt in fel-ontaarde pracht.

Mijn donk’re licht, mijn éens zo donk’re wens…
Mijn ziel, een zomerdolle vlieg, zoemt nog
Bij het kozijn. Welk ik is ik nu toch?
Mijn angst verlaat ik als gevallen mens.
De geest zichzelf en God de geest betreedt:
Vrij in de storm elkeen Al-Eén zich weet.

Theodore Roethke
(vertaald uit het Engels door P.B. Kempe)

In dark time

In dark time, the eye begins to see,
I meet my shadow in the deepening shade;
I hear my echo in the echoing wood -
A lord of nature weeping to a tree.
I live between between the heron and the wren,
Beasts of the hill an serpents of the den.

What’s madness but nobility of soul
At odds with circumstance? The day’s on fire!
I know the purity of pure despair,
My shadow pinned against a swating wall.
That place among the rocks - is it a cave,
Or winding path? The edge is what I have.

A steady storm of correspondences!
A night flowing with birds, a ragged moon,
And in broad day the midnight come again!
A man goes far to find out what he is -
Dath of the self in a long, tearless night,
All natural shapes blazing unnatural light.

Dark, dark my light, and darker my desire.
My soul, like some heat-maddened summer fly,
Keeps buzzing at the sill. Which I is I?
A fallen man, I climb out of my fear.
The min enters itself, and God the mind,
And one is One, free in the tearing wind.

Theodore Roethke (1908 - 1963)