Foto: © Hans Mellendijk | Landgoed Enghuizen | Hummelo
In donk're tijd |
In donk’re tijd herwint het oog zijn blik. Mijn schim doemt op uit schaduw die verzwaart; Ik hoor mijn galm die door het galmwoud waart - Een heer der schepping die tot bomen snikt. Ik leef met reiger, winterkoning saam, Raak heuvelbeesten, holenslangen aan.
Waanzin is louter zielenadel bij Een slecht gesternte. Zie, daar brandt de dag! Mijn schim is aan een muur geklemd op slag, De klaarste klare wanhoop komt tot mij. Die plek daar bij de rots - een grot, een wand, Een kronkelpad? Ik heb alleen de rand.
Een samenhangenwervelwind raast voort! Van vogels golft de nacht, de maan is vuil, De noen zich plots voor middernacht verschuilt! Een mens dringt hevig wringend tot zich door: Het ik sterft in een tranenloze nacht, De aarde baadt in fel-ontaarde pracht.
Mijn donk’re licht, mijn éens zo donk’re wens… Mijn ziel, een zomerdolle vlieg, zoemt nog Bij het kozijn. Welk ik is ik nu toch? Mijn angst verlaat ik als gevallen mens. De geest zichzelf en God de geest betreedt: Vrij in de storm elkeen Al-Eén zich weet.
Theodore Roethke (vertaald uit het Engels door P.B. Kempe) |
|
|
|
|
|
|
|
In dark time |
In dark time, the eye begins to see, I meet my shadow in the deepening shade; I hear my echo in the echoing wood - A lord of nature weeping to a tree. I live between between the heron and the wren, Beasts of the hill an serpents of the den.
What’s madness but nobility of soul At odds with circumstance? The day’s on fire! I know the purity of pure despair, My shadow pinned against a swating wall. That place among the rocks - is it a cave, Or winding path? The edge is what I have.
A steady storm of correspondences! A night flowing with birds, a ragged moon, And in broad day the midnight come again! A man goes far to find out what he is - Dath of the self in a long, tearless night, All natural shapes blazing unnatural light.
Dark, dark my light, and darker my desire. My soul, like some heat-maddened summer fly, Keeps buzzing at the sill. Which I is I? A fallen man, I climb out of my fear. The min enters itself, and God the mind, And one is One, free in the tearing wind.
Theodore Roethke (1908 - 1963) |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Waarde Hans,
BeantwoordenVerwijderenDank voor het gunnen van een DIchtersbankje aan In a dark Time/ In donkere tijd! Mede namens de erven Theodore Roethke, zij zullen versteld staan… Tot en met 1 april 2021, géén aprilgrap, wèl Witte donderdag, zullen wij Hummels geduld in acht nemen, waarmee ik geheel vrede heb: Lawrence Ferlinghetti wordt kort daarvóor, 24 maart, 102 jaar jong, dus kan de Kunstwandelroute nog meemaken!
Blijf gezond, houd moed, goede Paas- en overige dagen, tot spoedig wederhoren, hartelijke groet,
Pieter Bas Kempe