donderdag 31 oktober 2013

Dichtersbankje | Ernst Blass

Foto: © Hans Mellendijk | Hauptbahnhof | Berlin


Uit de collectie Mellendijk (keuze dichter en gedicht) voorraad Mellendijk: Ernst Blass>


Bahnhof

Das ist der Bahnhof mitten in der Stadt:
Schon auf dem Schulweg sahen wir die Uhr,
Bräunlichen Stein, gebäudige Statur
Und dieses übermächtige Ziffernblatt.

Von diesem Bahnhof ging dann vieles aus.
Auf diesem Bahnhof kamen wir nach Haus.
Der Wartesaal!! Beim Klang der Kaffeetassen
Verließen wir und wurden wir verlassen.

Ja, damals hab' ich H. zum Zug gebracht
Und manchen Tod der Trennung durchgemacht.
Doch war's nicht von verklärtem Licht ein Wink,
Als mich hier J. im vorigen Jahr empfing?

Die meisten gehn entschlossen und gereift,
Nur Kinder warten: wenn der Zug erst pfeift!
Hier raucht es. Das Gepäck wird aufgegeben.
Und quere Züge fahren durch das Leben.

1929
 „Berliner Tageblatt“ 05. 07. 1929

maandag 28 oktober 2013

Dichtersbankje | Max Herrmann-Neiße

Foto: © Hans Mellendijk | Tiergarten | Berlin

Uit de collectie Mellendijk (keuze dichter en gedicht) voorraad Mellendijk: Max Hermann-Neiße> 

Herbstlicher Tiergarten 
Tiergartenwege, herbstlaubüberhäuft –
ich träumte gern von dem, was glücklich macht;
der Mensch, der wie gehetzt vorüberläuft,
hat fröstelnd an ein Obdach nur gedacht.
 
Die Spatzen hüpfen hungrig um die Gruft.
In seiner Tasche ist kein Bissen Brot.
Und plötzlich geht en Klingen durch die Luft,
als läute eine Glocke Sterbensnot.
 
Es wirft der Wind Wildenten in das Grau,
das winterlich schon aus der Weite winkt,
Mich rührt das Witwenantlitz einer Frau,
das noch zu jung in Einsamkeit versinkt.
 
Der Teich ruht wie vereist, stumm und berußt
feindlich Verschlossenhalten sich die Boote
und leugnen alle sommerliche Lust,
zur Überfahrt bereit nur für das Tote.
Max Herrmann-Neiße (1886 – 1941)

vrijdag 25 oktober 2013

Dichtersbankje | Riek Krosenbrink-Naves | Henk Krosenbrink

Foto: © Bert Bevers | Beukenlaan | Bergen op Zoom

Uit de collectie Mellendijk [keuze gedicht en dichters] voorraad Mannen van BeversRiek Krosenbrink-Naves Henk Krosenbrink
Heimwee
Paorte van beume, eken en beuken,
'k zal ow missen as ik weggao van hier.
Ow taere greun, ow warme gold
maakt mi'j rieke,
maor 't afscheid kold.
Baeke met bochten, lege of vol,
dwars deur den bos is owwen gang,
Mongs bu-j grillig en geveurlijk,
dan waer aardig,
't Mek mi'j bli'j en warm.
Beume en water, mien leve natuur,
ik blieve ow gedenken as ik weg bun van hier.
Van de sling'rende baeke,
van 't machtige bos,
kom ik nooit echt los.
Riek Krosenbrink-Naves 
Uitgeverij Fagus 2008

dinsdag 22 oktober 2013

Dichtersbankje | Willem Elsschot


Foto: © Bert Bevers | Kloosterstraat | Antwerpen

Uit de collectie Mellendijk (keuze dichter en gedicht) voorraad Mannen van Bevers: Willem Elsschot>

MOEDER

Mijn moederke, ik kan het niet verkroppen
dat gij gekromd, verdroogd zijt en versleten,
zoals een pop waarin een hart zou kloppen,
door 't volk bij 't heengaan in een huis vergeten.

Ik zie uw knoken door uw kaken steken
en diep uw ogen in het hoofd gedrongen.
En ik ben gans ontroerd en kan niet spreken,
wanneer gij zegt 'kom zit aan tafel jongen'.

Ik hoor u 's avonds aan de muren vragen
of gij de vensters wel hebt toegesloten.
Gij kunt de mist niet uit uw hersens jagen.
Uw lied is uit, gij kreunt de laatste noten.

Daar in de verte wordt een put gegraven;
ik hoor zo goed het ploffen van de kluiten.
En achter 't huis zie ik een schimme draven:
hij staat waarachtig reeds op haar te fluiten.

- Kom in, Mijnheer, ik stel u voor aan Moeder.
- Vrees niets, kindlief, al heeft hij naakte benen:
hij is een vriend, een goede vriend, een broeder:
hij is niet ruw, hij wandelt op de tenen.

Tot weerziens dan. Ik kom vannacht of morgen.
Gij kunt gerust een onze-vader lezen,
en zet uw muts wat recht. Hij zal wel zorgen
dat gij geen kou vat en tevree zult wezen.


© Willem Elsschot
uit: 'Verzen van vroeger' (1934)

zaterdag 19 oktober 2013

Dichtersbankje | Margót Veldhuizen

Foto: © Bert Bevers | Tweede Walstraat | Nijmegen

Uit de collectie Mellendijk (keuze dichter en gedicht) voorraad Mannen van Bevers: Margót Veldhuizen>

Italiaanse ijssalon 

Meisjes waren wij 
lichtelijk heupwiegend 
op weg naar 
de Italiaanse ijssalon 

verbaasd, verwonderd soms 
wanneer we aangesproken werden 
likkend aan het zoete, zacht gekleurde ijs 
dat langs onze slanke vingers droop. 

Op de fiets terug naar huis 
waar schoolboeken wachtten 
om opengeslagen te worden 

trapten sterke jonge meisjesbenen 
traag de trappers rond 
door straten die we dromen konden. 

Later smaakte het Italiaanse ijs 
nooit meer zoals toen 
zo fris en zoet verdwijnend 
uit onze herinnering. 


© Margót Veldhuizen

woensdag 16 oktober 2013

Dichtersbankje | Hans Mellendijk

Foto: © Bert Bevers | Spoorstraat | Nijmegen

Uit de collectie Mellendijk (keuze dichter en gedicht) voorraad Mannen van Bevers: Hans Mellendijk>


Spoorstraat 48a, 17 april 2008


Wie toetert daar
dendert daar als een trein?
Ja, hoor John Coltrane.
Van het net geplukt,
netjes betaald.

Een inhaalslag.
Minstens zo mooi
Als Stones, Beatles en Bach.

Snap nu nog veel beter Costello’s klacht in “This is hell”;
“My Favourite Things” wordt steeds maar weer opgezet, ik ween.
Want jammer genoeg door Julie Andrews en niet door John Coltrane.

En ikzelf?
Ik kom deze dag wel door. Jawel.

© Hans Mellendijk

zondag 13 oktober 2013

Dichtersbankje | Martin Carrette

Foto: © Maarten Bevers | Granite Island 

Uit de collectie Mellendijk (keuze dichter en gedicht): voorraad Mannen van Bevers: Martin Carrette>

Carnac op ANtARCtiCa
tableau vivant met pinguïns

Wat op een andere plaats Carnac heet, kalenderzaal


van een versteende tijd, spiegelt zich in de reusachtige


openstaande oesterschelp van het laatste continent.


Zijn landschappen blijven onvatbaar en rijk als het wit

op de doorkijkbergen, waarachter zich weer een ander

niemandsland openbaart. De horizon fluistert zeer hese


bluessongs, over de ballast die een verdwaalde wereld


als morenes voor zich uitduwt. In de windval, katabatisch


gierend over de vlaktes, echoot de catastrofe. Maar ovaal,

keizerlijk staan zijn bewoners, zonder graaiende handen,


in de ijsblauwe woestijn. Onschuldig, aaibaar als kinderen,


houden ze toonvast het evenwicht, als in koor: zonder dure

woorden en warm Aramees, uit het Antarctische geheugen


van de aarde, zingen ze samen het tegenlied van de hoop.



 © Martin Carrette

donderdag 10 oktober 2013

Dichtersbankje | Wiel Kusters

Foto: © Bert Bevers | 'De Dulle Griet' | Mayer van den Bergh | Antwerpen

Uit de collectie Mellendijk (keuze dichter en gedicht) voorraad Mannen van Bevers: Wiel Kusters>


Dulle Griet


De aarde gist, ik gis naar vuur.

Nieuw nog dood. Daar is het al.

Ik ben een vlek, een vlak, een gat.

Een bres in iedere muur.



Wie vuur verwerkt, doopt het in bloed.

Nieuw nog dood. Daar is het al.

Een kleur ben ik, een veeg, geraas.

Ik adem rood en roet.



De hemel bloedt, de aarde brandt.

Dood maar nieuw: daar ben ik weer.

Ik ben een storm, een vorm van pest.

Ik waai over de rand.


© Wiel Kusters

maandag 7 oktober 2013

Dichtersbankje | Joost van den Vondel

Foto: © Bert Bevers | Offerandestraat | Antwerpen

Uit de collectie Mellendijk (keuze dichter en gedicht) voorraad Mannen van Bevers: Joost van den Vondel>

KLINKVERS OVER ABRAHAMS OFFERANDE
D'oud-vader zijnen zoon brengt met bedroefder zielen
Op 't rijzende gebergte, opdat hij 't altaar sprengt
Met 't bloed zijns lieven kinds, en 't vuur 't koud lichaam schenkt,
Hij bindt hem d' armen vast, en doet hem neder knielen.

De liefde 't vuur ontvonkt, om 't slachtschaap te vernielen,
't Geloof dat houdt 't touw daar 't Lam mee is gestrengd,
d' Hoop 't staal den Vader langt, die fluks de slag aanbrengt,
De Dood is al gereed om Izaks ziel te grielen.

Maar 's Heeren Engel (die om 's vromen leger waakt)
Abrahams arm verlet, en 't droevig treurspel staakt
Van Vader en van Zoon, van twee bestorven herten.

Nature by geval van veers zag 't schouwspel aan,
En riep, o sterk geloof! wat durft ge niet bestaan!
Een Vader slacht zijn Kind, en derf de dood uitterten!

Anagram

DOOR EEN IST NU VOLDAEN.

Woordverklaring:

r3 aan het vuur het koude lichaam schenkt
r7 de hoop reikt de vader het zwaard aan
r8 grielen: wegrapen
r11 bestorven: ontstelde
r12 Vrouwe Natuur sloeg van verre het schouwspel gade
r13 o sterk geloof, wat durft ge niet (allemaal) ondernemen
r14 derven= de moed hebben om de dood te trotseren

Kort commentaar:

Een sonnet of klinkvers over het offer van Abraham.

Met de woordverklaring hoop ik het zo begrijpelijk gemaakt te hebben.

Een anagram is een woord (zin) dat volledig bestaat uit de letters van een ander woord (zin). 

Anagrammen worden soms gebruikt als pseudoniem, zoals hier bij Vondel.

Het prachtige anagram onder het gedicht is een omzetting van de naam: Joost van den Vondel.

De i van ist = een j en de u van nu is een v.
De i/j en de u/v hadden vaak één teken.

vrijdag 4 oktober 2013

Dichtersbankje | Willem Hussem

Foto: © Bert Bevers | Nassaustraat | Antwerpen


Uit de collectie Mellendijk (keuze dichter en gedicht) voorraad Mannen van Bevers: Willem Hussem>


Zet het blauw
van de zee
tegen het
blauw van de
hemel veeg
er het wit
van een zeil
in en de
wind steekt op

zie ook: Leidse muurgedichten>

dinsdag 1 oktober 2013

Dichtersbankje | Hans Faverey

Foto: gevonden op internet door Maarten Bevers

Uit de collectie Mellendijk (keuze dichter en gedicht) voorraad Mannen van Bevers: Hans Faverey>


Net als ik zeg

Net als ik zeg: er is niets meer,
ik ben niets meer, hoor ik wat.

En het begint weer helemaal
opnieuw:
daar heb je mij weer.

Als ik het zelf niet was,
help jij mij dan zeggen
wie ik ben.

© Hans Faverey
Uit: 'Verzamelde gedichten', 2010.

zie ook hier>