Foto: © Peter Bevers | Dijk bij Baarland
Uit de collectie Mellendijk (keuze dichter en gedicht) voorraad Bevers: Hans Warren>
Liggend in de zon
De liefste sluimert naast mij in het kruid.
Onder mijn arm door lig ik naar haar te staren.
Soms laat de wind haar zachte lange haren
strelend over mijn rug, mijn naakte huid.
Onder mijn arm door lig ik naar haar te staren.
Soms laat de wind haar zachte lange haren
strelend over mijn rug, mijn naakte huid.
Ik luister naar het ijl ruisend geluid
- mijn adem gaat in rythme met de hare -
naar het verre doffe bruisen van de baren
en naar een wulp, die schor, weemoedig fluit.
- mijn adem gaat in rythme met de hare -
naar het verre doffe bruisen van de baren
en naar een wulp, die schor, weemoedig fluit.
Er ligt een wijding over het ongerepte land.
Het is te stil om veel en snel te praten,
enkel een zoen, heel vluchtig op haar hand.
Het is te stil om veel en snel te praten,
enkel een zoen, heel vluchtig op haar hand.
De zilte schorren en het wijde zand
zijn aan ons twee alleen overgelaten.
Er is geen einder en gene overkant.
zijn aan ons twee alleen overgelaten.
Er is geen einder en gene overkant.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten