Foto: © Peter Bevers | Paleistuin | Den Haag
Uit de collectie Mellendijk (keuze dichter en gedicht) voorraad Bevers; Gerrit Komrij>
Alles blijft
Daar stond een muur die ik heb aangeraakt.
De muur werd afgebroken. Van het puin
werd verderop een fundament gemaakt.
Ik plantte een fruitboom in mijn oude tuin.
Die werd geasfalteerd. Vijf meter diep
Houdt zich een wortelstronk nog grommend koest.
Vijf eeuwen lang desnoods. De Spaanse griep
Landt ooit op Mars omdat ik heb gehoest.
Er was een vriend aan wie ik heb geschreven,
Een rots waar ik mijn naam in heb gekerfd.
Je bent een deel van alles bij je leven
En alles blijft bestaan wanneer je sterft.
© Gerrit Komrij
uit:'Luchtspiegelingen', 2001
De muur werd afgebroken. Van het puin
werd verderop een fundament gemaakt.
Ik plantte een fruitboom in mijn oude tuin.
Die werd geasfalteerd. Vijf meter diep
Houdt zich een wortelstronk nog grommend koest.
Vijf eeuwen lang desnoods. De Spaanse griep
Landt ooit op Mars omdat ik heb gehoest.
Er was een vriend aan wie ik heb geschreven,
Een rots waar ik mijn naam in heb gekerfd.
Je bent een deel van alles bij je leven
En alles blijft bestaan wanneer je sterft.
© Gerrit Komrij
uit:'Luchtspiegelingen', 2001
vrijdag 14 juni 2013
Dichtersbankje | Gerrit Komrij
Foto: © Hans Mellendijk | Villa Mondriaan | Rijks H.B.S. | Wittebrink | Winterswijk
Uit de collectie Mellendijk (keuze dichter en gedicht) voorraad Mellendijk: Gerrit Komrij>
De werkster spreekt
Mijn doodsvijanden heten stof en pluis.
Ik ben de gesel van de spinnenwebben.
Zie hoe ik keer en ruim en poets en kuis -
De oude spinsels zullen mij niet hebben.
In een aan kant gemaakt en helder huis
Kan het bestaan altijd opnieuw beginnen.
Mijn broodheer noemt mij - hij is nooit abuis -
'De Mondriaan van haard en tafellinnen.'
Ik had maar weinig schik in zijn fauteuils.
Zijn staande schemerlamp werd neonbuis.
Ik ben tenslotte bezemkunstenaar.
Ik gaf zijn bed mee aan een scharrelaar -
Zijn dikke, donzen dekens ook. Gezond
Maar prachtig zal hij dromen op de grond.
© Gerrit Komrij
uit: '52 sonnetten bij het verglijden van de Eeuw', 2000.
Ik ben de gesel van de spinnenwebben.
Zie hoe ik keer en ruim en poets en kuis -
De oude spinsels zullen mij niet hebben.
In een aan kant gemaakt en helder huis
Kan het bestaan altijd opnieuw beginnen.
Mijn broodheer noemt mij - hij is nooit abuis -
'De Mondriaan van haard en tafellinnen.'
Ik had maar weinig schik in zijn fauteuils.
Zijn staande schemerlamp werd neonbuis.
Ik ben tenslotte bezemkunstenaar.
Ik gaf zijn bed mee aan een scharrelaar -
Zijn dikke, donzen dekens ook. Gezond
Maar prachtig zal hij dromen op de grond.
© Gerrit Komrij
uit: '52 sonnetten bij het verglijden van de Eeuw', 2000.
maandag 21 januari 2013
Dichtersbankje | Gerrit Komrij
Foto: © Bert Bevers | Openbare Bibliotheek | Merksem
Uit de collectie Mellendijk (keuze dichter en gedicht): voorraad Bevers: Gerrit Komrij>
Fietstocht
Het verre postkantoor was de magneet.
Niet om de luchtpostzegels of de taal
Van overzeese stempels - nee, het deed
Op tweehoog 's middags dienst als jeugdleeszaal.
Tweemaal, op dinsdag en op donderdag,
Verdween ik in het ruime trapportaal
En kwam weer buiten met een brede lach.
Ik had mijn voorraad boeken andermaal.
Met in mijn hoofd een eerste regel die
Ik vluchtig had gezien bij een verhaal
Werd, fietsend, al naar het vervolg gegist.
Toch geselde ik vervaarlijk het pedaal
Om sneller thuis te zijn, omdat ik wist:
Het boek is beter dan de fantasie.
© Gerrit Komrij
Uit "Luchtspiegelingen"
De Bezige Bij, Amsterdam, 2001
donderdag 15 maart 2012
Dichtersbankje | Gerrit Komrij
Foto: © Bert Bevers | Centraal Station | Antwerpen
Uit de collectie Mellendijk (keuze dichter en gedicht): voorraad Bevers: Gerrit Komrij>
De Binnenring van Holland
Denkend aan Holland zie ik waardepapieren
Snel door begerige vingers gaan,
Rijen op koopwaar geile Batavieren
Als zedeprekers op de kansel staan;
En in de geweldige bankcatacomben
De tankerdollar en de krugerrand,
Biljetten aan toonder, bigotte mores,
Menten, Verolme, in een groot verband.
De lucht hangt er laag en de geest wordt er langzaam
In parlementarische dampen gesmoord,
En op alle terreinen is de stem van de koopman
Met zijn ethische krampen het meest aan het woord.
© Gerrit Komrij
Onherstelbaar verbeterd
Uitgeverij C.J. Aarts, 1994
Uitgeverij C.J. Aarts, 1994
zaterdag 28 april 2012
Dichtersbank | Gerrit Komrij
Foto: © Bert Bevers | Wooldseweg | Winterswijk
Uit de collectie Mellendijk (keuze dichter en gedicht) voorraad Bevers: Gerrit Komrij>
Leeuwarden | stoeptegel
vrijdag 9 september 2011
Dichtersbankje | Gerrit Komrij
Foto: © Hans Mellendijk | Vittoriale | Gardone Riviera | Italië
Uit de collectie Mellendijk: Gerrit Komrij
De monumenten 2
Daar wordt een dode nooit meteen begraven,
Geen stof geveegd. Geen asfalteermachine
Dicht gaten in de straat. Daar zijn geen brave
Aartstegenstanders van het onvoorziene,
Geen bedden, rij aan rij, als serpentine,
Waarin ze zieken aan het oog onttrekken.
Elk huis vervalt er doodkalm tot ruïne.
Elk mens kan er vrijuit op straat verrekken.
Elk monument zakt ongestoord ineen
En op een zomaar wandelende dame
Stort zich de pest. Dáár ligt haar grote teen.
Het is een echte stad, en geen reclame.
----------------------------------------
uit: 'Gesloten circuit', 1982.