Foto: © Peter Bevers | Dordrechts Museum
Uit de collectie Mellendijk voorraad Mannen van Bevers (keuze dichter en gedicht); Jan Eijkelboom>
Tuin Dordrechts museum
Als ik gestorven ben
zal in de tuin van dit museum
boven het warrig bladerengedruis
een merel net zo helder zingen
op net zo'n late voorjaarsdag
Tuin Dordrechts museum
zal in de tuin van dit museum
boven het warrig bladerengedruis
een merel net zo helder zingen
op net zo'n late voorjaarsdag
En ik, ik zal er niet meer zijn
om door dit zingen te vergeten
dat ik moet sterven mettertijd.
om door dit zingen te vergeten
dat ik moet sterven mettertijd.
Maar aan de andre kant zal ik
-je weet maar nooit-
veel langer leven dan die vogel
En als ik dan toch onder de zoden lig
dan zal mijn zoon nog eens
een merel net zo horen klinken
op net zo'n late voorjaarsdag.
-je weet maar nooit-
veel langer leven dan die vogel
En als ik dan toch onder de zoden lig
dan zal mijn zoon nog eens
een merel net zo horen klinken
op net zo'n late voorjaarsdag.
En hij zal weten wie ik was
en ach, een vogel weet van niets.
en ach, een vogel weet van niets.
Maar aan de andre kant alweer:
als merels aan hun vaders konden denken
wellicht dat ze dan krasten als een raaf.
als merels aan hun vaders konden denken
wellicht dat ze dan krasten als een raaf.
J. Eijkelboom,
uit: Wat blijft komt nooit terug.
De Arbeiderspers, Amsterdam 1979
uit: Wat blijft komt nooit terug.
De Arbeiderspers, Amsterdam 1979
Geen opmerkingen:
Een reactie posten