Dichtersbankjes wenst u allen 1 voor5poedig nieuwjaar!
Een verzameling bankjes geassocieerd met een dichter op grond van materiaal, model, situatie of locatie. Soms echter verwijzend naar een plek waar de dichter zat of gezeten zou kunnen hebben. Het blog poogt de diverse voorraden te ontsluiten.
woensdag 31 december 2014
zondag 28 december 2014
Dichtersbankje | Rotondologisch Genootschap | Tijs van den Boomen & Peter Jonker
Foto: © Bert Bevers | Bibliotheek De Poort, Berchem
Uit de collectie Mellendijk (keuze poëtische beschouwing) voorraad Mannen van Bevers:
vrijdag 26 december 2014
Dichtersbankje | Karel Kneulman
Foto: © Bert Bevers | Het Spui | Amsterdam
Uit de collectie Mellendijk (keuze dichter en gedicht) voorraad Mannen van Bevers: Carel Kneulman>
Wat mij beweegt
mijn handen dromen
in samenspel van bewegen,
in verwondering ontstaan
de beelden,
de wezens
van zijn
en zingen
© Carel Kneulman
dinsdag 23 december 2014
Dichtersbankje | Elly de Waard
Foto: © Bert Bevers | Leidseplein | Amsterdam
Uit de colectie Mellendijk (keuze dichter en gedicht): voorraad Mannen van Bevers: Elly de Waard>
Winter
Winter is het, Kerstmis spoedig,
Onder het poetsen wordt geoefend
In het zingen door mijn moeder.
Donker is het dagelijks vroeger,
Koper blinkt, de kachel brandt.
In de koude hak ik hout.
Sterren schieten uit de schoorsteen,
Regenen wensen naar beneden
Waar standvastig en aanbeden
Venus op de dakpunt staat.
Binnen ruikt het naar gebak
Dat de oven heeft verlaten
En naar vlees dat wordt gebraden.
Voeten rennen door de kamers,
Stemmen wisselen kreten uit.
Onbeschaamd als blauwe luchten
Waar een sneeuwbui zich in uitschudt,
Vliegensvlug in achterhalen
Van wie vluchtend en toch dralend
Zo mijn kussen niet ontloopt -
Fantoom van licht, waar heb je je
Verstopt? Lig je, slaap je, heb
Je je sterren van ogen dicht?
Ruwe nimf ben je, vlinderlicht
Je lieftallige hielen gelicht.
Verlegenheid heeft appelrode wangen,
Je kunt ze proeven, kunt ze vangen,
Kunt ze tussen het sparregroen hangen,
Blozende als zonsondergangen
Zijn ze, gave, glanzende vrucht.
Winter is het, Kerstmis nadert,
Het huis in rust en het ademt
Uit zijn schoorsteen witte rook.
De hemel is bestrooid met sterren,
Een pruik van sneeuw ligt op de dennen,
Men is thuis, er wordt gestookt.
© Elly de Waard
uit: Strofen,
De Harmonie, Amsterdam 1983
zondag 21 december 2014
Dichtersbankje | Bert Bevers
Foto: © Bert Bevers | Schansweg | Bath
Uit de collectie Mellendijk (keuze dichter en gedicht) voorraad Mannen van Bevers: Bert Bevers>
Aquae sulis, Bath
Als een spiegelbeeld lijken de baden
de goden te willen behagen, zo strak
spannen zich deze aquae sulis naar boven.
Van marmer welhaast maar toch laat alles
wat zich zien wil zich hierin zien.
Inbreuk doet zelfs beweging ontstaan,
in steeds wijdere cirkels als zou zij
werkelijk slechts om water gaan.
Door de zachte heuvels hieromheen
glijdt zich de Avon. Bijna zeker
moet zij weten van de nevel die bij
avondval gaat hangen tussen beeld en spiegel.
© Bert Bevers
(Verschenen in Hollands Maandblad, 29ste jaargang, nummer 481, Den Haag, 1987)
vrijdag 19 december 2014
Dichtersbankje Jozef Slagveer
Foto: © Bert Bevers | Surinamepark | Amsterdam
Ik (1968) ik had mij een pak van de christenen aangemeten maar het zat zo slap aan het lichaam van een neger ik heb me gewassen met jasmijnen en mijn kra danst van zoveel geluk negerachtig of vernegerd ik ben mezelf trouw gebleven bron (uit: Moetete. Eldorado, Paramaribo 1968) |
Voor meer Surinamse dichters zie Gedachtenbank>
woensdag 17 december 2014
Dichtersbankje | Remco Campert
Foto: © Bert Bevers | Overtoom | Amsterdam
Uit de collectie Mellendijk (keuze dichter en gedicht) voorraad Mannen van Bevers: Remco Campert>
Op de Overtoom
Het dooit op de Overtoom
maar het vriest ook alweer op
melden mijn voeten
die mijn dag verlopen
ik blijf dicht bij huis
steeds dichter
dat is mijn leeftijd
wolken worden zwaarder van onkleur
de geur van gisteren hangt nog aan me
ik at met mijn vriend
we braken het brood
en deelden de doden
we zijn al bijna uit zicht
wij lachen nog
wat moet je anders?
omhelzen elkaar ten afscheid
misschien je weet maar nooit
© Remco Campert
Uit: Nieuwe herinneringen.
De Bezige Bij, Amsterdam, 2007
maandag 15 december 2014
Dichtersbankje | De Maximalen | Arthur Lava
Uit de collectie Mellendijk (keuze dichtersgroep en gedicht) voorraad Mannen van Bevers: De Maximalen> Arthur Lava>
Toekomstmuziek
Geef mij ballades uit de Hades
of een opgewekte blues, ik swing op elke
hiphopversie van Vivaldi, mijn smaak
kent geen limiet, dus leve het licht ontvlambaar
geuzenlied, de wals voor weduwen en wezen,
de bloedeloze stierenvechtersrapsodie.
En vanzelfsprekend zweer ik bij de alchemie
van een schlager voor de goede zeden
of een nocturne voor de ochtendmens.
Maar wat bovenal moet worden aangeprezen
is een marsmuziek, jawel een marsmuziek,
die de mensheid van marcheren zal genezen.
© Arthur Lava
uit: 'Bravissimo!', 1994.
of een opgewekte blues, ik swing op elke
hiphopversie van Vivaldi, mijn smaak
kent geen limiet, dus leve het licht ontvlambaar
geuzenlied, de wals voor weduwen en wezen,
de bloedeloze stierenvechtersrapsodie.
En vanzelfsprekend zweer ik bij de alchemie
van een schlager voor de goede zeden
of een nocturne voor de ochtendmens.
Maar wat bovenal moet worden aangeprezen
is een marsmuziek, jawel een marsmuziek,
die de mensheid van marcheren zal genezen.
© Arthur Lava
uit: 'Bravissimo!', 1994.
zaterdag 13 december 2014
Dichtersbankje | Joost van den Vondel
Foto: © Bert Bevers | Vondelpark | Amsterdam
Uit de collectie Mellendijk (keuze dichter en dichter) voorraad Mannen van Bevers: Joost van den Vondel>
Klachten des Poëets
Wat ramp, wat ongeluk plaagt nog mijn grijze haren!
Wat schande moet mij nog, eilacy! wedervaren!
Wat droefheid, wat verdriet, wat leed komt mij nog aan,
In dees mijn wintertijd, die haast zou zijn gedaan!
Wanneer ik overdenk èn ’tgeen ik was vóór dezen,
En wat ik, tot mijn smaad, moet tegenwoordig wezen;
Wanneer ik mij bezie in dees mijn hoogste nood,
Mijn lijden is te zwaar, mijn ongeluk te groot.
Maar doch, indien mij ’t leed, indien de hoge stromen
Van zo veel lijdens mij zal moeten overkomen,
Ik lijd ze, zo ik kan, ik wacht ze met geduld,
Ik voeg mij na de tijd, hoe ’t ongeval ook brult.
Maar gij, Mary! en gij, o rei der Heil’ge Maagden!
Die ’t al, èn lijf èn goed, ook voor de Godsdienst waagden,
Ai, ziet mij gunstig aan, hebt achting op mijn druk
Hebt meelij met mijn lot, en dit mijn ongeluk!
U heb ik toevertrouwd, U heb ik, al mijn dagen,
Nadat ik ben verlicht, mijn liefde toegedragen;
’k Heb U mij toegewijd, en U ik mij nog geef
Ai, maakt weer (want gij kunt), dat ’k eeuwig met U leef!
Wat schande moet mij nog, eilacy! wedervaren!
Wat droefheid, wat verdriet, wat leed komt mij nog aan,
In dees mijn wintertijd, die haast zou zijn gedaan!
Wanneer ik overdenk èn ’tgeen ik was vóór dezen,
En wat ik, tot mijn smaad, moet tegenwoordig wezen;
Wanneer ik mij bezie in dees mijn hoogste nood,
Mijn lijden is te zwaar, mijn ongeluk te groot.
Maar doch, indien mij ’t leed, indien de hoge stromen
Van zo veel lijdens mij zal moeten overkomen,
Ik lijd ze, zo ik kan, ik wacht ze met geduld,
Ik voeg mij na de tijd, hoe ’t ongeval ook brult.
Maar gij, Mary! en gij, o rei der Heil’ge Maagden!
Die ’t al, èn lijf èn goed, ook voor de Godsdienst waagden,
Ai, ziet mij gunstig aan, hebt achting op mijn druk
Hebt meelij met mijn lot, en dit mijn ongeluk!
U heb ik toevertrouwd, U heb ik, al mijn dagen,
Nadat ik ben verlicht, mijn liefde toegedragen;
’k Heb U mij toegewijd, en U ik mij nog geef
Ai, maakt weer (want gij kunt), dat ’k eeuwig met U leef!
Joost van den Vondel
donderdag 11 december 2014
Dichtersbankje | Willem Elsschot
Foto: © Hans Mellendijk | Willem Elsschot Kamer | Elzenveld | Antwerpen
Uit de collectie Mellendijk (keuze dichter en gedicht) voorraad Mellendijk: Willem Elsschot>
MOEDER
Mijn moederke, ik kan het niet verkroppen
dat gij gekromd, verdroogd zijt en versleten,
zoals een pop waarin een hart zou kloppen,
door 't volk bij 't heengaan in een huis vergeten.
Ik zie uw knoken door uw kaken steken
en diep uw ogen in het hoofd gedrongen.
En ik ben gans ontroerd en kan niet spreken,
wanneer gij zegt 'kom zit aan tafel jongen'.
Ik hoor u 's avonds aan de muren vragen
of gij de vensters wel hebt toegesloten.
Gij kunt de mist niet uit uw hersens jagen.
Uw lied is uit, gij kreunt de laatste noten.
Daar in de verte wordt een put gegraven;
ik hoor zo goed het ploffen van de kluiten.
En achter 't huis zie ik een schimme draven:
hij staat waarachtig reeds op haar te fluiten.
- Kom in, Mijnheer, ik stel u voor aan Moeder.
- Vrees niets, kindlief, al heeft hij naakte benen:
hij is een vriend, een goede vriend, een broeder:
hij is niet ruw, hij wandelt op de tenen.
Tot weerziens dan. Ik kom vannacht of morgen.
Gij kunt gerust een onze-vader lezen,
en zet uw muts wat recht. Hij zal wel zorgen
dat gij geen kou vat en tevree zult wezen.
© Willem Elsschot
uit: 'Verzen van vroeger' (1934)
dat gij gekromd, verdroogd zijt en versleten,
zoals een pop waarin een hart zou kloppen,
door 't volk bij 't heengaan in een huis vergeten.
Ik zie uw knoken door uw kaken steken
en diep uw ogen in het hoofd gedrongen.
En ik ben gans ontroerd en kan niet spreken,
wanneer gij zegt 'kom zit aan tafel jongen'.
Ik hoor u 's avonds aan de muren vragen
of gij de vensters wel hebt toegesloten.
Gij kunt de mist niet uit uw hersens jagen.
Uw lied is uit, gij kreunt de laatste noten.
Daar in de verte wordt een put gegraven;
ik hoor zo goed het ploffen van de kluiten.
En achter 't huis zie ik een schimme draven:
hij staat waarachtig reeds op haar te fluiten.
- Kom in, Mijnheer, ik stel u voor aan Moeder.
- Vrees niets, kindlief, al heeft hij naakte benen:
hij is een vriend, een goede vriend, een broeder:
hij is niet ruw, hij wandelt op de tenen.
Tot weerziens dan. Ik kom vannacht of morgen.
Gij kunt gerust een onze-vader lezen,
en zet uw muts wat recht. Hij zal wel zorgen
dat gij geen kou vat en tevree zult wezen.
© Willem Elsschot
uit: 'Verzen van vroeger' (1934)
dinsdag 9 december 2014
Dichtersbankje | Hans Mellendijk
Foto: Peter Bevers | Tenerife
Uit de collectie Mellendijk (keuze dichter en gedicht) voorraad Mannen van Bevers: Hans Mellendijk>
CICATRIZADO
Foto: © Hartmut De Maertelaere | Hoboken
Achterhoek, Winterswijk - Tenerife, La Laguna
Gelittekend door aardkorst
verschuiving van tropisch mare
komen in de steengroeve
de Trias tektonische
feiten aan het oppervlak.
Zoas mien taal biesterbaant
zwerend in de moderspraok
ontstarfelek zeek.
Veur eeuweg gelitteikend
'n Wenterse binnenzee.
Zoals de palmbomen in
La Laguna gelittekend
onsterfelijk ziek.
Telkens weer speelse zoute
overwinterings Rorschachtest.
Nog 1 gram metafysica
en de hel barst los.
Noot:
In de Winterswijkse (Wenterse) steengroeve komen 240 miljoen jaar oude afzettingen van de Muschelkalk (onderdeel van het geologische tijdperk Trias) aan de oppervlakte. Fossielen met onder ander voetsporen van Nothosauriërs. Voordat de aardplaten verschoven lag Winterswijk ter hoogte van het huidige vulkaaneiland Tenerife. Alwaar nu palmbomen met grote 'zwerende' littekens op de bast verhalen over de verschuiving van de binnenzee.
Gepubliceerd in Cicatrizado | Poëzie in Hoboken 2013
In de Winterswijkse (Wenterse) steengroeve komen 240 miljoen jaar oude afzettingen van de Muschelkalk (onderdeel van het geologische tijdperk Trias) aan de oppervlakte. Fossielen met onder ander voetsporen van Nothosauriërs. Voordat de aardplaten verschoven lag Winterswijk ter hoogte van het huidige vulkaaneiland Tenerife. Alwaar nu palmbomen met grote 'zwerende' littekens op de bast verhalen over de verschuiving van de binnenzee.
Gepubliceerd in Cicatrizado | Poëzie in Hoboken 2013
donderdag 4 december 2014
Dichtersbankjesstoring
Door een technische storing op het hoofdkantoor kunnen er voorlopig even geen bankjes geplaatst worden. Er wordt driftig gewerkt aan een oplossing!
maandag 1 december 2014
Dichtersbankje | Louis Radstaak
Foto: Internet Aalten Actueel | Windmolenpark Hagenwind infopunt | Barlo
Uit de collectie Mellendijk (keuze dichter en gedicht) voorraad Mellendijk: Louis Radstaak>
La Mancha
van alle kanten zichtbaar
uit onverwachte standpunten
onaandoenlijk draaiende wieken
verwoesten de kalme horizon
van struiken en bomenrijen
ooit liep hij hier te vechten
tegen aartsvijand ademnood
"joggen moet je, jongen
asthma kan worden verslagen!"
ze maakten hem wat wijs
joggen is voor dwazen
ooit liepen hier koeien en konijnen
vogelaars, paartjes en stropers
in dit ontveende drassige gebied
zou nooit de stilte verdwijnen
gezeten in zijn rode automobiel
maakt hij omtrekkende bewegingen
rond de machtige propellors
bevestigd aan het projectiel
genaamd Enercon E82/2000
hij laat zijn zonneklep neer
de motor raast onder de kap
zijn Rossinante briest en steigert
een boze hijgende Don Quichote
lanceert zijn opgekropte woede
in de molens van Hagenwind
voorheen het Aaltense Goor
voortaan La Mancha.
van alle kanten zichtbaar
uit onverwachte standpunten
onaandoenlijk draaiende wieken
verwoesten de kalme horizon
van struiken en bomenrijen
ooit liep hij hier te vechten
tegen aartsvijand ademnood
"joggen moet je, jongen
asthma kan worden verslagen!"
ze maakten hem wat wijs
joggen is voor dwazen
ooit liepen hier koeien en konijnen
vogelaars, paartjes en stropers
in dit ontveende drassige gebied
zou nooit de stilte verdwijnen
gezeten in zijn rode automobiel
maakt hij omtrekkende bewegingen
rond de machtige propellors
bevestigd aan het projectiel
genaamd Enercon E82/2000
hij laat zijn zonneklep neer
de motor raast onder de kap
zijn Rossinante briest en steigert
een boze hijgende Don Quichote
lanceert zijn opgekropte woede
in de molens van Hagenwind
voorheen het Aaltense Goor
voortaan La Mancha.
Abonneren op:
Posts (Atom)