Foto: © Bert Bevers | Van Breestraat | Antwerpen
Uit de collectie Mellendijk (keuze dichter en gedicht) voorraad Mannen van Bevers: Bert Bevers>
Cantilene
Daar flaneert mijn Geertje in haar nieuwe robe,
als bijna een en vijftigjarig meisje. Keer op keer
weer ben ik blij dat wij elkaar zo mogen kennen.
als bijna een en vijftigjarig meisje. Keer op keer
weer ben ik blij dat wij elkaar zo mogen kennen.
Natuurlijk dromen we niet parallel maar onze
nachten varen zacht. Wij hebben ons in het leven
weten te bekwamen, delen veel verleden.
nachten varen zacht. Wij hebben ons in het leven
weten te bekwamen, delen veel verleden.
We kennen van elkaar de zwakke plekken zonder
daar te raken, en hebben zelfs geheimen samen soms.
Zoals het weten in het midden van de stad verborgen
daar te raken, en hebben zelfs geheimen samen soms.
Zoals het weten in het midden van de stad verborgen
tussen kreupelhout een bedje bosaardbeien.
Ik hou niet net zoveel van jou als toen we hand
in hand de wereld binnen sprongen maar veel meer.
Ik hou niet net zoveel van jou als toen we hand
in hand de wereld binnen sprongen maar veel meer.
© Bert Bevers
uit: Onaangepaste tijden, Doorgeverij Zinderend, 2006
uit: Onaangepaste tijden, Doorgeverij Zinderend, 2006
Geen opmerkingen:
Een reactie posten