Foto: © Albert Hagenaars | Hoogstraat | Bergen op Zoom
Uit de collectie Mellendijk (keuze dichter, gedicht en vertaling) voorraad Hagenaars: Sandi Stromberg⇲ en Albert Hagenaars⇲
MONDAYS AT NOON
The carillon still plays in my mind
most Mondays at noon. Two dozen years,
thousands of miles ago, stuck
like a needle on vinyl, playing Bach
and the Beatles, Bach and the Beatles.
Notes chime over images I hoard,
from the pepper-shaker steeple
of St. Gertrudiskerk, up the Hoogstraat,
over the cobblestones, around the gentle curve
to what was once my gabled house.
How could I think I would live out
my days in that village with its frites
and shwarma, strong coffee and guttural
Dutch? The music cuts double-edged –
memory’s bane and balm—as I sit
across the Atlantic in my craftsman cottage.
No church bells toll the quarter hours
in the humid South, relentless sunny days
instead of the warm wrap of the North Sea’s
low, gray sky. Each recalled note lifts,
lonely as a loon’s call across the ocean.
The carillon still plays in my mind
most Mondays at noon. Two dozen years,
thousands of miles ago, stuck
like a needle on vinyl, playing Bach
and the Beatles, Bach and the Beatles.
Notes chime over images I hoard,
from the pepper-shaker steeple
of St. Gertrudiskerk, up the Hoogstraat,
over the cobblestones, around the gentle curve
to what was once my gabled house.
How could I think I would live out
my days in that village with its frites
and shwarma, strong coffee and guttural
Dutch? The music cuts double-edged –
memory’s bane and balm—as I sit
across the Atlantic in my craftsman cottage.
No church bells toll the quarter hours
in the humid South, relentless sunny days
instead of the warm wrap of the North Sea’s
low, gray sky. Each recalled note lifts,
lonely as a loon’s call across the ocean.
Sandi Stromberg
S MAANDAGS ROND HET MIDDAGUUR
Op maandagen, mijmerend, hoor ik vaak nog
het carillon rond het middaguur. Ruim twintig jaar,
duizenden kilometers geleden, ingesleten
als een naald in vinyl. Het speelt Bach
en de Beatles, Bach en de Beatles. Noten
weerklinken over beelden die ik koester,
uit de peperbusvormige torenbekroning
van de Sint-Gertrudiskerk, over de Hoogstraat,
de kasseien, de bevallige bocht volgend
naar wat ik ooit mijn knusse huis mocht noemen.
Hoe kon ik denken dat ik mijn dagen zou slijten
in dat stadje met z’n friet en shoarma,
sterke koffie en schraperig Nederlands?
De muziek snijdt dubbelzijdig in het geheugen
– verval en zalf tegelijk – wanneer ik in m’n cottage zit
aan de andere kant van de Atlantische Oceaan.
Geen klokken geven de kwartieren aan
in het klamme zuiden, onder de genadeloze zon,
in plaats van die vertrouwde lage, grijze
Noordzeelucht. Elke klank van toen beurt op,
eenzaam als de roep van een fuut over het water.
Op maandagen, mijmerend, hoor ik vaak nog
het carillon rond het middaguur. Ruim twintig jaar,
duizenden kilometers geleden, ingesleten
als een naald in vinyl. Het speelt Bach
en de Beatles, Bach en de Beatles. Noten
weerklinken over beelden die ik koester,
uit de peperbusvormige torenbekroning
van de Sint-Gertrudiskerk, over de Hoogstraat,
de kasseien, de bevallige bocht volgend
naar wat ik ooit mijn knusse huis mocht noemen.
Hoe kon ik denken dat ik mijn dagen zou slijten
in dat stadje met z’n friet en shoarma,
sterke koffie en schraperig Nederlands?
De muziek snijdt dubbelzijdig in het geheugen
– verval en zalf tegelijk – wanneer ik in m’n cottage zit
aan de andere kant van de Atlantische Oceaan.
Geen klokken geven de kwartieren aan
in het klamme zuiden, onder de genadeloze zon,
in plaats van die vertrouwde lage, grijze
Noordzeelucht. Elke klank van toen beurt op,
eenzaam als de roep van een fuut over het water.
Vertaling: Albert Hagenaars
Nota bene:
De bankzetter is tot half augustus met vakantie, tot zo lang zal deze dubbele aflevering hier staan.