zaterdag 5 mei 2012

Dichtersbankje | Leo en Tineke Vroman

Foto: © Bert Bevers | Oud Bocholtsebaan | Woold


Uit de collectie van Til (keuze dichters) [keuze gedicht: Mellendijk] voorraad Bevers: Tineke en Leo Vroman>


Vrede 

Komt een duif van honderd pond, 
een olijfboom in zijn klauwen, 
bij mijn oren met mijn mond 
vol van koren zoete vrouwen, 
vol van kirrende verhalen 
hoe de oorlog is vedwenen 
en herhaalt ze honderd malen: 
alle malen zal ik wenen. 

Sinds ik mij zo onverwacht 
in een taxi heb gestort 
dat ik in de nacht een gat 
naliet dat steeds groter wordt, 
sinds mijn zacht betraande schat, 
droogte blozend van ellende 
staan bleef, zo bleef stilstaan dat 
keisteen ketste in haar lenden, 
ben ik te dicht en droog van vel 
om uit te zweten in gebeden, 
kreukels knijpend evenwel, 
en 'vrede' knarsend, 'vrede, vrede', 

Liefde is een stinkend wonder 
van onthoofde wulpsigheden 
als ik voort moet leven zonder 
vrede, godverdomme, vrede ; 
want het scheurende geluid 
waar ik van mijn lief mee scheidde 
schrikt mij nu het bed nog uit 
waar wij soms in dromen beiden 
dat de oorlog van weleer 
wederkeert op vilten voeten, 
dat we, eigenlijk al niet meer 
kunnend alles, toch weer moeten 
liggen, rennen en daarnaast 
gillen in elkanders oren, 
zo wanhopig dat wij haast 
dromen ons te kunnen horen. 

Mag ik niet vloeken als het vuur 
van een stad, sinds lang herbouwd, 
voortrolt uit een kamermuur, 
rondlaait en mij wakker houdt ? 
Doch het versgebraden kind, 
vuurwerk wordend, is het niet 
wat ik vreselijk, vreselijk vind: 
het is de eeuw dat niets geschiedt, 
nadat eensklaps, midden door een huis, 
een toren is komen te staan van vuil, 
lang vergeten keldermodder, 
snel onbruikbaar wordend huisraad, 
bloedrode vlammen en vlammend 
rood bloed, de lucht eromheen behangen 
met levende delen van dode doch 
aardige mensen, de eeuwlange stilte voor- 
dat het verbaasde kind in deze zuil 
gewurgd wordt en reeds de armpjes 
opheft. 

Kom vanavond met verhalen 
hoe de oorlog is verdwenen, 
en herhaal ze honderd malen: 
alle malen zal ik wenen. 

Leo Vroman 
Uit: Slaapwandelen 
(Querido 1957) 


Geen opmerkingen:

Een reactie posten