vrijdag 1 mei 2015

Dichtersbankje | Louis Ferron

Foto: © Hans Mellendijk | Landgoed Enghuizen | Hummelo

 Uit de collectie Mellendijk (keuze dichter en gedicht) voorraad Mellendijk: Louis Ferron>


Zelhem 1996


Wie alles weet over het raspen (warm)
en nagelstanden, die kan (dit onderkoeld
lachend gezegd) zo veel als God.
Die kan een voorvoet beslaan met rits,
toonlip en aanzet, met, als het moet,
vier nagelgaten op de buiten –
en drie op de binnentak.
Een achterklapijzer? Geen probleem
en dan (nu de tanden ontbloot –
geen wenen heftiger dan van het gele klavier)
nog niet gesproken van de bitbewerking,
het castreren en de elastische strijd
tegen het rectum prolaps.
Je draagt bij dit alles rubberen laarzen,
maar klompen mogen ook: fijn bepenseeld
met de stalkleuren.
Zaak is en blijft echter:
onder de paarden méér te zijn dan God,
een Bucephalus onder de mensen;
klapijzer tegen het lot dat tart,
een toonlip tegen de stomheid.
Het hoefgestamp trekt over,
flanken kletsen tegen palissades.
Het tuig spant, striemt, oogwit blikkert,
de ijzers gaan sissend te water.
O, die dagen vol leer en beslag,
gevloek en rode koppen.
Chardon! Chardon!
Veerman van de Achterhoek.
Zet me over de Baakse Beek, naar
waar het geurt naar stro en mest
en waar het hinniken de taal der mensen is.

Louis Ferron
De Zingende Zaag 30
drie heel verschillende dingen
Haarlem, 1997

ISBN 90-74183-14x

Geen opmerkingen:

Een reactie posten