Daar ligt dat water – dat schitterende water
Daar ligt dat water – dat schitterende water.
Zie hoe het schittert, het schitterspreekt, schittertrompettert in de lucht
In de donzige gonzige fijne satijne lucht –
Dat droogzilvere opzwemmende water
In dat rondomblauwe dronkkoude dronkdiepe water,
’t is een zee bleek sprekend schuim
Een woordenmond in het ruim
Schreeuwende door de gonswind naar het hemelruim,
Dat streefwater, dat geerwater, dat wilwelwater,
Het valt al voorover met zijn onhoorbaar geschater
[….]
Herman Gorter
Verzamelde lyriek tot 1905, Athenaeum-Polak & Van Gennep, Amsterdam, 1966