Foto: © Bert Bevers | Michiel De Swaenstraat | Merksem
Uit de voorraad Bevers collectie Mellendijk (keuze dichter en gedicht): Michiel De Swaen>
aen den Heer Van Heel geen twijfel bestaan
- Wat claegt gy, heer van Heel, wat doet gy Hollant treuren,
- Omdat een wilde Swaen syn kust verlaten heeft?
- De Swaen, met een meerder recht, tot rouwe sigh begeeft,
- Nu een soo soet verblyf niet meer hem magh gebeuren.
- O Hollant ! vreedsaem lant, waerin de vryheyt leeft,
- Wat socht ik die vergeefs by uwe nagebueren,
- Waer Frans en Castiliaen de rust en vrede schueren,
- Waar't hooft der borgery voor vreemde heeren beeft...
- O had ik, lieve Lant, in uw begryp gebleven,
- Hoe vroylyk wiert myn stem tot singen voorts gedreven,
- Of aen de Rotte-stroom, of midden op de Maes!
- Nu leef ik in een oort waer vreughde is uytgeweken;
- Myn spys is bittre gal, myn sang... Eylaes! Eylaes!
- Och! Och! waer heb ik my, misleyde Swaen, versteken!’
Uit: De zedighe doot van Carel den Vijfen; aen den heer Van Heel, my onbekent, over syne clacht, op myn vertrek, uyt Hollant - Michiel de Swaen
Geen opmerkingen:
Een reactie posten