Foto: © Bert Bevers | Kammensstraat | Antwerpen
Uit de collectie Mellendijk (keuze dichter en gedicht): René van Loenen
Laarmans
Ik ben – niets menselijks is mij vreemd –
uw gangen nagegaan in 't Zand en in de
Kloosterstraat, maar zonder iets te vinden
wat aan mijn tocht een diepere zin verleent,
Kloosterstraat, maar zonder iets te vinden
wat aan mijn tocht een diepere zin verleent,
een wachtwoord van een heilige beminde,
in hout gekerfd, gebeiteld in een steen,
of op een reep karton een naam alleen,
maar niets, geen spoor van u te vinden.
in hout gekerfd, gebeiteld in een steen,
of op een reep karton een naam alleen,
maar niets, geen spoor van u te vinden.
Toen zag ik u, diep weggedoken in uw jas,
geworden wat u hier een leven lang niet was:
een vreemdeling, de buitenstaander die ik ben.
geworden wat u hier een leven lang niet was:
een vreemdeling, de buitenstaander die ik ben.
Ik vraag u daarom niet naar de beken-
de weg. Zo dwalen wij door deze stad,
niets meer te zoeken maar nog laat op pad.
de weg. Zo dwalen wij door deze stad,
niets meer te zoeken maar nog laat op pad.
© René van Loenen
via e-mail: Compliment weer voor de keuze van het gedicht, Hans. Foto en gedicht passen dikwijls wonderbaarlijk mooi samen....
BeantwoordenVerwijderenBert
via e-mail: Geachte heer Mellendijk,
BeantwoordenVerwijderenHartelijk dank voor deze eervolle toedichting. Sfeervol bankje! Bij gelegenheid ga ik het eens bekijken.
Met vriendelijke groet,
René van Loenen